Essay

Mediatheorie.

Hoe kijk ik eigenlijk tegen media-educatie aan. Wat houdt media-educatie eigenlijk in en wat doe ik als leerkracht daarmee in het onderwijs? Daarvan wil ik een duidelijk beeld schetsen in dit essay.

Alle mensen op de hele wereld komen dagelijks, misschien zelfs wel continu in contact met media. Wat houdt media dan eigenlijk in? Als je het mij vraagt het volgende: boodschappen die overgebracht worden op anderen. Via de tv worden boodschappen overgebracht op mensen, denk maar aan de reclame, films met een bedoeling of een serie. Hetzelfde telt voor de radio, het internet, cassetterecorders, mp3-spelers en bijvoorbeeld dvd-films. Niet alleen deze vorm van boodschappen vind ik media. Ook de telefoon is een voorbeeld van media, denk maar aan een telefoontje die je krijgt met de boodschap dat je een fantastisch essay hebt geschreven. In kranten en tijdschriften staan ook teksten die informatie overbrengen, dit zijn natuurlijk ook boodschappen te noemen. Reclamefolders zijn in mijn ogen ook een duidelijk geval van media. Niet alleen gebruiksvoorwerpen zijn media maar ook mensen kunnen media genoemd worden. Denk eens aan het ‘medium’ Char. Deze vrouw legt contact met de zogenoemde ‘bovenwereld’. Ze kan communiceren met mensen die overleden zijn. Deze boodschappen brengt zij dan weer over op de mensen die daar baat aan hebben.

Als leerkracht merk ik dat er steeds meer media in het onderwijs komt. Dit gaat eigenlijk onbewust. Met het gebruik van digitale schoolborden wordt het natuurlijk steeds gemakkelijker om media te gebruiken bij lessen. Denk eens aan een filmpje die je al snel kan laten zien bij een aardrijkskundeles. Ik doe dit zelf vaak bij biologie. Ook kunnen plaatjes en teksten op het internet verrijkend werken voor een les. Zo gaf ik eens een les over bloemen en bijen, hiervan staat natuurlijk genoeg informatie op het internet. Dit gebruikte ik tijdens de uitleg waardoor alles voor de leerlingen ineens veel leuker en ook nog leerzamer werd. Eigenlijk is dit de enige vorm die ik gebruik tijdens het lesgeven. Kranten, radio, telefoon of de andere bovengenoemde media gebruik ik nauwelijks tot niet voor de klas. Waarom? Daarover heb ik eigenlijk nog nooit goed nagedacht. Als ik dat zo doe lijkt het me heel leuk, niet alleen voor mezelf maar ook voor de leerlingen om meer met media in contact te komen. Een film maken kan bijvoorbeeld een heel uitdagende opdracht zijn voor een groep.

Mijn verwachtingen over de minor media-educatie zijn eigenlijk te verdelen in 2 delen: zelf bekwaam worden met veel media en ideeën opdoen om met een groep leerlingen bezig te gaan met media-educatie. Ik verwacht dat ik zelf bekwaam wordt met vele media zodat ik voor de klas het goede voorbeeld kan geven, een expert in media dus. Als je zelf veel met media kunt moet je natuurlijk nog wel goede ideeën hebben om met een klas te doen. Als dit samenvalt, kan media-educatie in mijn gedachten een heel leuk en leerzaam vak worden waarbij leerlingen ook goed leren om samen te werken. Dit kan de sfeer in de klas natuurlijk alleen maar ten goede komen.

Rob Koopmans

09-09-08.

Conclusie

Mijn conclusie luidt als volgt:

Hoe meer je in contact staat met diverse media: hoe meer informatie je kunt vergaren over welk onderdeel dan ook!!!

Conditietraining 5

Via de telefoon heb ik met iemand gesproken die gespecialiseerd is in conditietraining. Hij vertelde me het volgende:

Eigenlijk moet je beginnen met 8 x 20 meter met 30 seconden rust. Dit ga je steeds verder opbouwen en steeds minder rust.

Dus
8 x 20 meter, 30 sec rust.
9 x 20 meter, 30 sec rust.
10 x 20 meter, 30 sec rust.
10 x 20 meter, 25 sec rust.
10 x 20 meter, 20 sec rust.
10 x 20 meter, 15 sec rust.

Als je zo ver bent (na 6 weken dus) ga je deze serie 2 keer achter elkaar doen. Eerst met 5 min rust, de volgende keer mer 4,5 min rust, de volgende keer met 4 min rust etc.

Dit ga ik nu doen. Ik ga dit combineren met de partijtjes waarover ik het in mijn eerste bericht had. Nu heb ik een completer overzicht dan een tijd terug.

Via media probeer ik dit nog steeds verder uit te breiden.

Conditietraining 4

Dit keer niet een mens of internet maar een tijdschrift. In het tijdschrift heb ik gelezen over hardslagen meten. Week 1 is het zogenaamde 0-punt. Na 5 partijen van 4 minuten 3 tegen 3 meet je de hartslag van de spelers op. Dit doe je na 2 minuten rust.

Na week 1 ga je flink aan de conditie werken met de schema's die in het voorgaande bericht stonden. Op week 6 doe je hetzelfde als hierboven als staat. De hartslag moet als het goed is sneller dalen dan in week 1.

Conditietraining 3

Na wederom contact te hebben gehad met een medium (dit keer een cursusleider = mens), ben ik wijzer geworden over conditieschema's.

De partijtjes en de sprintschema's moeten worden gecombineerd. Dat doe ik vanaf nu.

Conditietraining 2

Na wat zoeken op internet (medium 1) ben ik erachter gekomen dat er meer is dan alleen maar partijtjes spelen. Er bestaan ook sprintschema's om de conditie beter te maken dan hij is.

De schema's zijn als volgt:

Week 1: 6 keer 60 meter hardlopen op 60% van je kunnen. Tussendoor 60 seconden rust.
Week 2: 7 x 50 op 70%, 50 sec rust.
Week 3: 8 x 40 op 80%, 40 sec rust.
Week 4: 9 x 30 op 90%, 30 sec rust.
Week 5: 10 x 20 op 100%, 20 sec rust.
Week 6: 10 x 20 op 100%, 20 sec rust.

Conditietraining 1

Om een goede conditie op te bouwen is er een schema nodig. Het schema die ik ken is als volgt:

Week 1 en 2: grote partijen van 11 tegen 11.

Week 3 en 4: middelgrote partijen van 8 tegen 8 of 7 tegen 7.

Week 5 en 6: kleine partijen van 4 tegen 4 of 3 tegen 3.

De conditie wordt rustig opgebouwd. Na 6 weken zijn de spelers fitter geworden!

Dit schema ken ik uit een boek die ik op een cursus ontvangen heb.